Case orange
Medewerkers vertellen

Robbin: "Binnen onze grote, internationale praktijk werken we voor interessante klanten aan mooie klussen. Dat is best uniek voor een middelgroot kantoor!"

"Binnen onze grote, internationale praktijk werken we voor interessante klanten aan mooie klussen. Dat is best uniek voor een middelgroot kantoor!"

Medewerker(s) sinds 2020
Functie Belastingadviseur
Case Graphic orange Naamloos 36
Case

Wie ben je?

"Ik ben Robbin Kühl en heb fiscaal recht gestudeerd aan Tilburg University. In 2020 ben ik bij Wesselman Accountants | Adviseurs gestart in de rol van Belastingadviseur. Een héél mooi begin van mijn carrière," vertelt hij enthousiast."

Hoe ben je bij Wesselman terecht gekomen?

"Ik heb, tijdens mijn studie, ervaring op mogen doen bij verschillende kantoren - waaronder één Big Four kantoor. Na het behalen van mijn diploma ben ik op zoek gegaan naar een nieuwe uitdaging. Een recruiter bracht me in contact met Wesselman. De eerste gesprekken voelden gelijk erg goed," zegt hij met een lach.

"De klanten en de focus op het geven van advies, spraken me erg aan. Wesselman is van oorsprong een advieskantoor en dat merk je in de dagelijkse werkzaamheden. Je bent veel inhoudelijk bezig. Ook de werkomgeving is erg prettig. Het kantoor in Helmond ligt verscholen in het groen. Een prachtige (werk)plek!"

Wat vind je het leukst aan werken bij Wesselman?

"Mijn collega's zijn heel vriendelijk en open, wat mijn werk erg fijn maakt. Iedereen neemt de tijd om je te helpen en de begeleiding is goed. De organisatie is erg betrokken bij haar medewerkers en het vertrouwen is groot; binnen één jaar groeide ik door naar de rol van Belastingadviseur," vertelt hij trots. "Als ze denken dat je het kunt, dan krijg je alle kansen. Dat is tekenend voor Wesselman."

"Ook het internationale karakter spreekt me aan. Binnen onze grote internationale en M&A-praktijken wekren we voor interessante klanten aan mooie klussen. Dat is best uniek voor een middelgroot kantoor. Wesselman focust zich ook steeds meer op duurzaamheid; een topic dat, ook bij onze klanten, steeds belangrijker wordt."

Wat merkt de ondernemer in deze roerige tijden?

“De ondernemer wordt door de inflatie geconfronteerd met hogere inkoopprijzen, energieprijzen, loonkosten en onkostenvergoedingen. De lasten voor de ondernemer nemen door de inflatiecrisis sterk toe. Bij het bepalen van de belastbare winst wordt daar nauwelijks rekening mee gehouden. In beginsel geldt dat iedere euro die door een onderneming wordt verdiend, evenveel waard is,” legt Robbin uit. “Er vindt geen correctie plaats op de winstbepaling die een onderneming in 2022 (wat in vergelijking een ‘duur’ jaar is) heeft behaald, vergeleken met de winst die deze een aantal jaren terug (tijdens goedkopere jaren) zou hebben behaald.”

Hoe wordt rekening gehouden met inflatie in de fiscale winstbelastingwetgeving?

“De tarieven in de Wet Vpb worden jaarlijks vastgesteld op basis van budgettaire overwegingen. Dat zien we bijvoorbeeld aan het tarief voor 2023, dat opnieuw is verhoogd om meer inkomsten voor de overheid te genereren.”

“Het blijft een lastige discussie,” geeft Robbin toe. “Er is geld nodig, maar het valt op dat bedrijven géén of nauwelijks tegemoetkomingen krijgen voor de inflatie. De wet IB bevat een regeling voor inflatiecorrectie die, door de schakelbepaling, ook deels doorwerkt voor de Vpb. De regeling beperkt zich tot een aantal artikelen (zoals de investeringsaftrek en de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk). Bij andere regelingen houdt de wetgever met wetswijzigingen incidenteel rekening met toegenomen kosten. Een voorbeeld daarvan is de maximale belastingvrije kilometervergoeding. Deze zal
volgend jaar, voor het eerst sinds 2006, worden geïndexeerd met twee cent van € 0,19 naar € 0,21. Dat is natuurlijk een beperkte wijziging.”

Wat zijn er verder voor tegemoetkomingen? Of wat zou richting de toekomst beter kunnen?

“De overheid heeft nog een aantal maatregelen getroffen om de hoge inflatie (én de fors gestegen energieprijzen) te bestrijden. Deze bestaan uit:

• Verlaging van de energiebelasting op elektriciteit;
• Lagere btw op aardgas, elektriciteit en stadsverwarming;
• Hogere teruggaaf van energiebelasting; en
• Een algemene tegemoetkoming voor
energiekosten voor energie-intensief mkb (de
TEK-regeling).

“Deze laatste TEK-regeling is geen verkeerde regeling, máár ook geen langetermijnoplossing,” vertelt Robbin. “De kosten van die regeling zijn erg hoog en het leidt ertoe dat de winsten van mkb-ondernemingen – min of meer – kunstmatig op peil worden gehouden. Er zal naar een alternatief gezocht moeten worden als de inflatie nog langer aanhoudt.”

“Jaren geleden is overwogen om voor de bepaling van de winst rekening te houden met een inflatiecorrectie. Bij de bepaling van de winst zou dan rekening worden gehouden met de koopkracht, dus de waarde van iedere euro die men overhoudt. De vermogenstoename moest als het ware gecorrigeerd worden met het inflatiecijfer. Dit voorstel is destijds niet aangenomen. Waarschijnlijk omdat het tot ingewikkelde belastingaangiften zou leiden,” concludeert hij. “De kosten zouden dan niet opwegen tegen de baten.”

“Wellicht dat de discussie over een dergelijke winstbelastingheffing weer verder zal aanwakkeren bij aanhoudende inflatie, maar het is maar zeer de vraag of dit daadwerkelijk tot wijzigingen zal leiden. Leuker en makkelijker zal het dan in ieder geval niet worden.” ;-)

E06862d4916b483a4e4e2f56f4bbf68c
Een vraag voor Robbin Kühl?

Neem gerust contact op met onze expert.

Gerelateerde verhalen